Hoe ondersteun ik een student met stress of slechte resultaten?

Je student kan geconfronteerd worden met stress en kan ook panikeren of faalangst krijgen. Laat je niet besmetten door de stress van je student. Paniekreacties of opvliegendheid is normaal in tijden van hoge stress. Zeker bij jongere studenten die nog niet vaak met stress geconfronteerd zijn. Blijf beheerst, dat helpt je student om zich terug zekerder te voelen.

• Stress is gemakkelijker te hanteren wanneer je een beroep kan doen op sociale steun: troost, een luisterend oor, begrip en steun bij anderen. Geef je student even ruimte om emoties te uiten en stoom af te blazen.
• Laat clichés achterwege. 'Het zal allemaal wel meevallen.' 'Je zal zien dat het je wel lukt.' Je negeert daarmee de negatieve ervaring. En het helpt een student in paniek niet verder met het zoeken naar een actie om met de situatie om te gaan.
• Leg geen druk. Wanneer je student zijn best heeft gedaan, is het niet erg als het resultaat wat minder is. Dat mag je best zo vertellen.
• Geef geen scherpe opmerkingen of ongevraagd advies. Dat motiveert een student niet.
• Laat los hoe je student zich volgens jou zou moeten gedragen, maar kijk naar hoe hij zich nu gedraagt. Ga een gesprek aan vanuit het gedrag dat je ziet, vanuit jouw gevoelens en zorgen.
• Sta open voor de aanpak van jouw student. Dat kan best verschillen met jouw aanpak, maar wel tot resultaten leiden. Ieder heeft zijn eigen stijl.

Als je opgeeft bij de eerste tegenslag, leer je niet omgaan met falen en teleurstelling. Net daarom moet een student actie ondernemen om met de situatie om te gaan.

• Zet alles in proportie. Een slecht examen kan je inhalen. Veranderen van studierichting is het einde van de wereld niet. Som samen de concrete gevolgen van slechte punten op. Je zal merken dat het allemaal minder erg is dan de student het nu voorstelt.
• Apprecieer de inzet. Heeft je student zich honderd procent ingezet? Was zijn motivatie sterk? Dan moet je dat in de verf zetten.
• Leer uit je fouten. Waarom liep het mis? Was het de studiemethode, planning of interesse? Is je student gewoon niet zo sterk in een bepaald vak? Zoek samen naar oorzaken die je kan aanpakken. Uitspraken als 'Ik ben gewoon dom' of 'Ik had pech' helpen hem niet verder.
• Kijk vooruit. Plaats de gebeurtenis in perspectief: dit examen viel tegen, je hebt er nog enkele te gaan waar het allemaal anders kan gaan. Bij de pakken blijven zitten haalt niets uit. Stimuleer je student om met de situatie om te gaan. Wat moet er nu eerst gebeuren? Geef niet meteen de ene na de andere oplossing. Ga samen op zoek naar wat hij nu nodig heeft. 

• Geef de student terug een overzicht. Een student in paniek weet niet meer waar te beginnen. Help hem om alles terug op een rijtje te zetten. Hoeveel hoofdstukken moet je leren? Welke daarvan lukken wel of niet?
• Zoek naar haalbare doelstellingen. Van daaruit kan je focussen op de doelstellingen die wel haalbaar zijn. Is hoofdstuk 6 te moeilijk? Sla het dan even over en ga verder met hoofdstuk 7.
• Helpen mag. Taken overnemen niet.
• Falen mag. Lukt het examen niet, dan vergaat de wereld niet. Daar kan je uit leren.