Als ouder kan je heel wat bijdragen tot de studies van je kind. Hierbij enkele zaken waar je als ouder voor kan zorgen.
Een warm nest creëren
Voel je je goed in je vel, heb je minder zorgen en kan je je meer focussen op het leren. Wie zich goed in zijn vel voelt, voelt zich competent ('Ik kan dit'), autonoom ('Ik kies hier zelf voor') en verbonden met zijn omgeving ('Ik voel mij goed bij deze mensen'). Werk aan een positieve relatie met je student.
- Schenk regelmatig aandacht en tijd aan je kinderen. Eet samen.
- Leg geen hoge druk. Vervang 'moeten' en 'verwachten' door 'willen' en 'kunnen'.
- Hou van je kind om wie het is en niet om wat het doet.
- Geef welgemeende complimenten.
- Zorg voor je student (de was en de plas), zo heeft hij tijd en ruimte om zich te ontwikkelen.
- Stimuleer je student om verantwoordelijkheid te nemen.
- Leer je kind om zijn mening te formuleren en om te reflecteren over zichzelf. 'Hoe denk jij daarover?'
- Luister naar je student zonder oordeel.
- Uitspraken en opmerkingen die dat gevoel van competentie, autonomie en verbondenheid niet ondersteunen, dragen weinig bij tot motivatie.
Bijvoorbeeld: 'Je gaat niet meer uit zolang je cijfers niet stijgen.' of 'Zo ga je niet slagen.'
Zorg voor regelmaat, regels en rust
- Regelmaat maakt je dagindeling overzichtelijk en voorspelbaar. Je moet je niet afvragen om welk uur het eten klaar is als dat met een regelmaat verloopt. Regelmaat helpt om lastige taken te automatiseren. Als je van kinds af je huiswerk maakt vlak na school, dan wordt dat een gewoonte.
- Regels zorgen voor regelmaat en vereenvoudigen zo het dagelijkse leven. Wie doet wanneer de afwas, waar kan ik studeren of wanneer kan ik op de tablet? Het vermijdt discussies.
- Rust geven, betekent tijd maken voor en positieve aandacht geven aan elkaar. Onthaasten als je thuis komt.
Tips en adviezen?
- Geef je student krediet en verantwoordelijkheid: hij weet zelf hoeveel tijd hij nodig heeft om een bepaald vak te studeren.
- Stel je je vragen bij zijn studeergedrag? Ga dan niet meteen veroordelen of instructies geven, maar stel geïnteresseerde vragen. 'Hoe ga je je voorbereiden?' 'Hoe zorg je ervoor dat je je goed kan concentreren?' 'Hoe ga jij om met je smartphone tijdens de blok?' 'Heb je er last van?'
- Onthoud: jouw student heeft zijn eigen aanpak en die kan best verschillen van de jouwe. Dus wat werkt voor jouw zoon of dochter is prima.
Meer vragen?
Met vragen over opvoeding kan je het hele jaar door terecht bij de
opvoedingslijn.