'Ik kan het toch niet.' 'De vorige keer ging het ook al fout.' 'Ik zal het wel proberen, maar veel vertrouwen heb ik er niet in.' Stress bij examens is helemaal normaal. Faalangst is echter een diepgewortelde angst. Studenten met ernstige faalangst proberen dat te bekampen op een actieve manier (door te veel en te gedetailleerd te studeren) of door passief gedrag (uitstellen, op internet surfen). Geen van beide helpt de student echt vooruit. Bijna 50% van de meisjes zegt faalangst te ervaren, bij jongens is dat bijna 33%.* Faalangst uit zich bij iedereen op een andere manier en in een andere mate.
Test jezelf
Heb ik faalangst? Doe de test:
Stress is nog geen faalangst
Examenvrees is de stress die je ervaart voor een examen, toets of test. Examenvrees is onschuldig en zorgt voor een gezonde portie adrenaline, net zoals podiumvrees.
Stress is veelzijdig. Tijdens de examens kan je stress ondervinden omdat je te veel te doen hebt (taken, leerstof om te blokken, activiteiten buiten je studies, ...) of door andere problemen (problemen met je lief, ruzie tussen je ouders, overlijden grootmoeder, ...).
Bij faalangst beïnvloedt angst je prestaties. De angst werkt verlammend waardoor je niet meer optimaal kan functioneren.
Negatieve gedachtenstroom
Faalangst zit vooral in negatieve gedachten over jezelf en in weinig zelfvertrouwen.
- Je let enkel op wat je fout doet, ziet geen positieve dingen meer. Goede punten interpreteer je als 'geluk', slechte punten schrijf je toe aan jezelf.
- Je bent heel sterk in het onthouden van negatieve ervaringen.
- Je legt jezelf enorm veel druk op om goed te presteren.
- Je verwacht van tevoren dat je zal falen, dat niemand je sympathiek vindt, dat je zal moeten stoppen met de richting, dat het zinloos is...
- Door je angst om te falen, kan je je niet goed concentreren en ga je ook effectief minder goed presteren.
Die negatieve gedachten uiten zich bij elke student anders:
- lichamelijke klachten: huilen, misselijkheid, buikpijn, zweten, slapeloosheid, ...
- gedragsveranderingen: overdreven prikkelbaar of uitbundig, piekeren, erg verlegen zijn, ...
Passieve en actieve faalangst
- Actieve faalangst:
- Je werkt extreem perfectionistisch en wil alles onder controle krijgen.
- Je wil zo graag 'mislukking' vermijden waardoor het niet meer lukt om je te concentreren op de leerstof.
- Je gaat heel hard op in details, leert alles letterlijk vanbuiten en werkt daardoor niet efficiënt.
- Voor ontspanning heb je vaak geen tijd.
- De hoge druk heeft nadelige gevolgen voor je gezondheid: uitputting, hoofdpijn, rusteloosheid, slapeloosheid, piekeren, ... Je sociale contacten, ontspanning en nachtrust leiden onder je faalangst.
- Passieve faalangst:
- Je vermijdt situaties die je angstig maken. Je stelt moeilijke taken uit en laat je snel afleiden door andere activiteiten.
- Je hebt geen gestructureerde studiemethode en schuift studies en taken voor je uit waardoor je minder met 'vervelende' spanning wordt geconfronteerd.
- Op het laatste ogenblik probeer je toch nog te redden wat te redden valt, maar jammer genoeg is dat meestal te laat. Als het dan niet lukt, kan je meteen zeggen: 'Ik had er ook niets voor gedaan, dus een echte mislukking is het niet.'
- Je omgeving interpreteert je faalangst vaak als een gebrek aan motivatie. Het is dan ook moeilijk om op begrip te rekenen voor je situatie of om uit te leggen wat je precies voelt. Daardoor voel je je soms heel machteloos en alleen met je eigen problemen.
De vicieuze cirkel
Mensen met faalangst zullen niet snel trots zijn op hun resultaat. Ook bij goede resultaten zal er wel altijd iets zijn dat niet goed liep. 'Ik kon maar net op het antwoord komen.' of 'De vragen waren gemakkelijk.' Slagen beschouw je niet als je eigen verdienste, maar zie je als 'de omstandigheden die meevielen'. Je bevestigt nooit je eigen kunnen, waardoor je de faalangst in stand houdt.
* Het grote studentenonderzoek - Trend Wolves, 2014